Variabele: Nomenclatuur van socio-economische positie
Een verbetering voorstellenNaam
Nomenclatuur van socio-economische positie
Afkorting
Nomenc
Thema
Arbeidsongeval, Beroepsziekte, Brugpensioenen, Handicap, Invaliditeit, Kinderbijslag, Loopbaan, Loopbaanonderbreking/tijdskrediet, Moederschapsbescherming, Pensioenen, Primaire arbeidsongeschiktheid, Sociale bijstand, Werkloosheidsuitkeringen, Ziekte
Definitie/omschrijving
Arbeidsmarktpositie van het individu op de laatste dag van het kwartaal
Bron
Instelling
Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid
Geldigheidsperiode
30/06/1998 - 31/12/2002
Meetniveau
Nominaal
Bijzonderheden/opmerkingen
- Deze nomenclatuurcode baseert zich op variabelen van verschillende instellingen, die de situatie weergeven van de persoon op de laatste dag van het kwartaal.
- De nomenclatuur van de socio-economische positie is hiërarchisch opgebouwd en kan worden uitgesplitst tot op 5 digits. Er bestaan 4 hoofdcategorieën: werkend, werkzoekend, niet-beroepsactief of onbekend. De nomenclatuurcode m.b.t. tot de werkenden beginnen alle met een 1, die m.b.t. de werkzoekenden met een 2, die m.b.t. de niet-beroepsactieven met een 3 en de onbekenden met een 4. Vervolgens wordt binnen iedere groep een verdere verfijning voorzien.
- Zie bijlage1 voor een overzicht van de nomenclatuurcodes die geldig waren tot en met 2002
- Zie bijlage4 voor een uitgebreide beschrijving van de structuur van de nomenclatuur 1998-2002 en voor specifieke opmerkingen bij bepaalde nomenclatuurposities
Internationale compatibiliteit
/
Code | Betekenis | Geldigheidsperiode | Opmerkingen |
---|---|---|---|
11111 | Werkend in één job in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11112 | Werkend in één job in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11113 | Werkend in één job in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking / deeltijds tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11114 | Deeltijdarbeid in één job in loondienst met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, geen tussenkomst van de RVA in het kader van een ander activeringsprogramma | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11115 | Werkend in het kader van een PWA (met vrijstelling) | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1112 | Werkend in één job in loondienst, zonder tussenkomst van de RVA | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11211 | Werkend in meerdere jobs in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11212 | Werkend in meerdere jobs in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11213 | Werkend in meerdere jobs in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking / deeltijds tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
11214 | Werkend in meerdere jobs in loondienst, met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, geen tussenkomst van de RVA in het kader van een ander activeringsprogramma | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1122 | Werkend in meerdere jobs in loondienst, zonder tussenkomst van de RVA | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1212 | Werkend als zelfstandige in hoofdberoep, met uitkering in kader van brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1213 | Werkend als zelfstandige in hoofdberoep, zonder RVA-statuut | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1214 | Werkend als zelfstandige in hoofdberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1221 | Werkend als zelfstandige in bijberoep, met uitkering als UVW | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1222 | Werkend als zelfstandige in bijberoep, met uitkering in kader van brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1223 | Werkend als zelfstandige in bijberoep, zonder RVA-statuut | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1224 | Werkend als zelfstandige in bijberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
123 | Werkend als zelfstandige na pensioenleeftijd | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1312 | Werkend als helper in hoofdberoep, met uitkering in kader van brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1313 | Werkend als helper in hoofdberoep, zonder RVA-statuut | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1314 | Werkend als helper in hoofdberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1321 | Werkend als helper in bijberoep, met uitkering als UVW | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1322 | Werkend als helper in bijberoep, met uitkering in kader van brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1323 | Werkend als helper in bijberoep, zonder RVA-statuut | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1324 | Werkend als helper in bijberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
133 | Werkend als helper na pensioenleeftijd | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
14111 | Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
14112 | Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse brugpensionering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
14113 | Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking / deeltijds tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
14114 | Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, geen tussenkomst van de RVA in het kader van een ander activeringsprogramma | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1412 | Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, zonder tussenkomst van de RVA | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1421 | Werkend als zelfstandige in hoofdberoep met bijkomende job in loondienst | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
1422 | Werkend als helper in hoofdberoep, met bijkomende job in loondienst | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
201 | Werkzoekend met tussenkomst van de RVA na voltijdse tewerkstelling | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
202 | Werkzoekend met tussenkomst van de RVA na studies, gerechtigd op wachtuitkering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
203 | Werkzoekend met tussenkomst van de RVA na een vrijwillig deeltijdse job | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
204 | Werkzoekend met tussenkomst van de RVA na studies, gerechtigd op overbruggingsuitkering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
205 | Werkzoekend met begeleidingsuitkering | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
301 | Voltijds bruggepensioneerd | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
302 | Volledige loopbaanonderbreking / volledig tijdskrediet | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
3031 | Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende, oudere werkzoekende | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
3032 | Vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende omwille van sociale of familiale omstandigheden | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
3033 | Vrijgesteld van inschrijving als werkzoekende omwille van (beroeps-)opleiding | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
3034 | Andere vrijstellingen van inschrijving als werkzoekende | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
401 | Geschorste werkzoekende | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
402 | Andere | 30/06/1998 - 31/12/2002 | Zie bijlage4 |
Nomenclatuur van de socio-economische positie 1998-2002
1. Werkend
1.1. Werkend in loondienst
1.1.1. Werkend in één job in loondienst
1.1.1.1. Werknemer of werkgever ontvangt een uitkering in het kader van de werkloosheidsreglementering
1.1.1.1.1. Werkend in één job in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma
1.1.1.1.2. Werkend in één job in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse brugpensionering
1.1.1.1.3. Werkend in één job in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking / deeltijds tijdskrediet
1.1.1.1.4. Deeltijdarbeid in één job in loondienst met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, geen tussenkomst van de RVA in het kader van een ander activeringsprogramma
1.1.1.1.5. Werkend in het kader van een PWA (met vrijstelling)
1.1.1.2. Werkend in één job in loondienst, zonder tussenkomst van de RVA
1.1.2. Werkend in meerdere jobs in loondienst
1.1.2.1. Werknemer of werkgever ontvangt voor de voornaamste job een uitkering in het kader van de werkloosheidsreglementering
1.1.2.1.1.Werkend in meerdere jobs in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma
1.1.2.1.2. Werkend in meerdere jobs in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse brugpensionering
1.1.2.1.3. Werkend in meerdere jobs in loondienst, met tussenkomst van de RVA in het kader van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking / deeltijds tijdskrediet
1.1.2.1.4. Werkend in meerdere jobs in loondienst, met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, geen tussenkomst van de RVA in het kader van een ander activeringsprogramma
1.1.2.2. Werkend in meerdere jobs in loondienst, zonder tussenkomst van de RVA
1.2. Werkend als zelfstandige
1.2.1. In hoofdberoep
1.2.1.1. (niet van toepassing)
1.2.1.2. Werkend als zelfstandige in hoofdberoep, met uitkering in kader van brugpensionering
1.2.1.3. Werkend als zelfstandige in hoofdberoep, zonder RVA-statuut
1.2.1.4. Werkend als zelfstandige in hoofdberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet
1.2.2. In bijberoep
1.2.2.1. Werkend als zelfstandige in bijberoep, met uitkering als UVW
1.2.2.2. Werkend als zelfstandige in bijberoep, met uitkering in kader van brugpensionering
1.2.2.3. Werkend als zelfstandige in bijberoep, zonder RVA-statuut
1.2.2.4. Werkend als zelfstandige in bijberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet
1.2.3. Werkend als zelfstandige na pensioenleeftijd
1.3. Werkend als helper bij een werkgever met zelfstandigenstatuut
1.3.1. Werkend als helper in hoofdberoep
1.3.1.1. (niet van toepassing)
1.3.1.2. Werkend als helper in hoofdberoep, met uitkering in kader van brugpensionering
1.3.1.3. Werkend als helper in hoofdberoep, zonder RVA-statuut
1.3.1.4. Werkend als helper in hoofdberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet
1.3.2. Werkend als helper in bijberoep
1.3.2.1. Werkend als helper in bijberoep, met uitkering als UVW
1.3.2.2. Werkend als helper in bijberoep, met uitkering in kader van brugpensionering
1.3.2.3. Werkend als helper in bijberoep, zonder RVA-statuut
1.3.2.4. Werkend als helper in bijberoep, met een uitkering in het kader van een loopbaanonderbreking / tijdskrediet
1.3.3. Werkend als helper na pensioenleeftijd
1.4. Werkend in loondienst en in zelfstandigenstatuut
1.4.1. Voornaamste job wordt uitgeoefend in loondienst
1.4.1.1. Werknemer of werkgever ontvangt een uitkering in het kader van de werkloosheidsreglementering voor de voornaamste job
1.4.1.1.1. Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een activeringsprogramma
1.4.1.1.2. Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een halftijdse brugpensionering
1.4.1.1.3. Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met tussenkomst van de RVA in het kader van een gedeeltelijke loopbaanonderbreking / deeltijds tijdskrediet
1.4.1.1.4. Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, met behoud van rechten en inkomensgarantie-uitkering, geen tussenkomst van de RVA in het kader van een ander activeringsprogramma
1.4.1.2. Werkend in loondienst, met bijkomende activiteit in zelfstandigenstatuut, zonder tussenkomst van de RVA
1.4.2. Voornaamste job wordt uitgeoefend in zelfstandigenstatuut
1.4.2.1. Werkend als zelfstandige in hoofdberoep met bijkomende job in loondienst
1.4.2.2. Werkend als helper in hoofdberoep, met bijkomende job in loondienst
2. Werkzoekend met tussenkomst van de RVA
2.0.1. Werkzoekend na voltijdse tewerkstelling
2.0.2. Werkzoekend na studies, gerechtigd op wachtuitkering
2.0.3. Werkzoekend na een vrijwillig deeltijdse job
2.0.4. Werkzoekend na studies, gerechtigd op overbruggingsuitkering
2.0.5. Werkzoekend met begeleidingsuitkering
3. Niet beroepsactief (met tussenkomst van de RVA)
3.0.1. Voltijds bruggepensioneerd
3.0.2.Volledige loopbaanonderbreking / volledig tijdskrediet
3.0.3. Vrijstelling van inschrijving als werkzoekende
3.0.3.1. Oudere werkzoekende
3.0.3.2. Vrijgesteld van inschrijving omwille van sociale of familiale omstandigheden
3.0.3.3. Vrijgesteld van inschrijving omwille van (beroeps-)opleiding
3.0.3.4. Andere vrijstellingen
4. Onbekend
4.0.1. Geschorste werkzoekende
4.0.2. Andere
Structuur van de nomenclatuur 1998-2002
- De nomenclatuur van de socio-economische positie is hiërarchisch opgebouwd en kan worden uitgesplitst tot op 5 digits. Er bestaan 4 hoofdcategorieën : werkend, werkzoekend, niet-beroepsactief of onbekend. De nomenclatuurcode m.b.t. tot de werkenden beginnen alle met een 1, die m.b.t. de werkzoekenden met een 2, die m.b.t. de niet-beroepsactieven met een 3 en de onbekenden met een 4. Vervolgens wordt binnen iedere groep een verdere verfijning voorzien.
- Alle personen die op de laatste dag van het kwartaal een job hebben en die ook uitoefenen worden als werkend beschouwd. Zo worden werkzoekenden die een PWA-statuut hebben en vrijgesteld zijn van stempelplicht, tot de werkende populatie geteld op voorwaarde dat ze tijdens het kwartaal gewerkt hebben (in feite een PWA-cheque hebben ingediend in dat kwartaal). Ook deeltijdse loopbaanonderbrekers / tijdskredietnemers en deeltijds bruggepensioneerden worden tot de werkende populatie gerekend. Daarentegen worden volledige loopbaanonderbrekers / volledig tijdskredietnemers (ongeacht de duur van hun loopbaanonderbreking / tijdskrediet) en voltijds bruggepensioneerden bij de niet-beroepsactieve bevolking ingedeeld, tenzij ze dit statuut combineren met een job als zelfstandige. In dat geval blijven ze in het segment van de werkenden.
- Als werkzoekend worden alle personen beschouwd die als dusdanig gerechtigd zijn op een RVA-werkloosheidsuitkering.
- Binnen de niet-beroepsactieve populatie ten slotte maakt het DWH AM&SB een onderscheid tussen de personen die recht hebben op een RVA-uitkering (volledige loopbaanonderbrekers / volledig tijdskredietnemers, voltijdse bruggepensioneerden, vrijgestelde werkzoekenden) en de personen zonder RVA-uitkering.
- De categorie onbekend omvat enerzijds de geschorste werkzoekenden en anderzijds de personen voor wie het niet mogelijk is de arbeidsmarktpositie te bepalen. Deze laatste groep omvat personen die enkel in het DWH AM&SB gekend zijn via de Rijksdienst voor Kinderbijslag voor Werknemers of via het R ijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen – deel kinderbijslagen (bijvoorbeeld kinderen die de arbeidsleeftijd nog niet bereikt hebben of studenten), de invaliden die alleen gekend zijn bij het RIZIV, personen die wel in de loop van het kwartaal gekend zijn bij de RSZ, RSZPPO of RVA maar niet op de laatste dag van het kwartaal en personen die enkel als gezinslid van een andere persoon in het DWH AM&SB gekend zijn (deze laatsten verschijnen alleen in de basistoepassingen).
- Aan elk individu wordt 1 en slechts 1 nomenclatuurcode toegekend en er worden codes voorzien voor personen die bij meerdere socialezekerheidsinstellingen terug te vinden zijn (voorbeeld : personen die een loontrekkende en een zelfstandige job cumuleren).
- Bij de bepaling van de socio-economische positie leek de informatie uit de verschillende socialezekerheidsinstellingen soms tegenstrijdig. In deze gevallen werd met toestemming van de betrokken socialzekerheidsinstellingen voorrang gegeven aan de informatie uit de instellingen waar al een variabele ‘situatie op de laatste dag van het kwartaal’ beschikbaar is (en er dus een beperktere kans op fouten is dan bij de bestanden waar een dergelijke variabele afgeleid werd op basis van andere variabelen). Indien de verschillende variabelen ‘situatie op de laatste dag van het kwartaal’ met elkaar in tegenspraak zijn, werd, in overleg met de betrokken socialezekerheidsinstellingen, bepaald welke variabele de meest betrouwbare is en kreeg deze de voorkeur. Op die manier werd, bij een schijnbare tegenstrijdigheid tussen de informatie van de RVA en de informatie van de RSZ of RSZPPO, voorrang gegeven aan de informatie van de RSZ en RSZPPO.
- Sommige nomenclatuurcodes waarbij personen meerdere jobs uitoefenen baseren zich op de belangrijkste job. De ‘belangrijkste job’ is een andere afgeleide variabele die als volgt wordt bepaald.
1) Indien het om meerdere loontrekkende jobs gaat (aangegeven bij de RSZ of de RSZPPO), wordt de belangrijkste prestatie op de laatste dag van het kwartaal op basis van volgende criteria bepaald (in volgorde van belang):
a) actief op het einde van het kwartaal
b) verbonden met het hoogste brutoloon (normaal+forfaitair loon)
c) het belangrijkste type prestatie (volgorde van belang: voltijds, deeltijds, bij tussenpozen/seizoenarbeid, onbekend)
d) verbonden met het grootste aantal arbeidsdagen (arbeidsuren in geval van deeltijdarbeid)
e) verbonden met het grootste aantal gelijkgestelde dagen
f) eerste in de lijst2) Indien het om een combinatie van een loontrekkende job en een zelfstandige job (als zelfstandige of als helper) gaat, wordt de belangrijkste prestatie als volgt bepaald:
a) indien de loontrekkende job een voltijdse betrekking is (ongeacht het statuut of de bijdragecategorie van de zelfstandige job), wordt de loontrekkende job als belangrijkste prestatie beschouwd.
b) indien de loontrekkende job een deeltijdse betrekking is en de zelfstandige job wordt uitgeoefend in ‘bijberoep’, wordt de loontrekkende job als belangrijkste prestatie beschouwd.
c) indien de loontrekkende job een deeltijdse betrekking is en de zelfstandige job wordt uitgeoefend in ‘hoofdberoep’ of ‘na pensioenleeftijd’, wordt de zelfstandige job als belangrijkste prestatie beschouwd.
d) Indien de persoon een zelfstandige job en meerdere loontrekkende jobs heeft, wordt de volgorde van de loontrekkende jobs bepaald op dezelfde manier als in 1.
- Specifieke opmerkingen bij bepaalde nomenclatuurposities
1. 1.1.1.1., 1.1.2.1., 1.4.1.1. : werkend met tussenkomst van de RVA: wanneer een persoon zowel van een inkomensgarantie-uitkering als van een RVA-tussenkomst in het kader van een activeringsprogramma geniet en deze persoon is op de laatste dag van het kwartaal gekend als werkend bij de RSZ, RSZPPO of RSVZ, dan wordt deze persoon ingedeeld bij ‘werkend met RVA-tussenkomst in het kader van een activeringsprogramma’ (1.1.1.1.1., 1.1.2.1.1., 1.4.1.1.1.). Wanneer deze persoon op de laatste dag van het kwartaal niet gekend is als werkend bij de RSZ, RSZPPO of RSVZ, dan wordt deze persoon niet als werkend geteld. De noemer ‘activeringsprogramma’ omvat volgende programma’s:
- 1998, 1999, 2000: doorstromingsprogramma, herinschakelingsprogramma, beschutte werkplaats, eerste werkervaring, banenplan.
- 2001: doorstromingsprogramma, herinschakelingsprogramma, beschutte werkplaats, banenplan, invoeginterim.
- 2002: doorstromingsprogramma, herinschakelingsprogramma, beschutte werkplaats, activaplan, invoeginterim2. 1.2.1.2, 1.2.2.2, 1.3.1.2, 1.3.2.2 : zelfstandige/helper met uitkering in het kader van brugpensioen: de brugpensioenuitkering heeft betrekking op een loontrekkende activiteit die voorheen werd uitgeoefend.
3. 1.2.1.4., 1.2.2.4, 1.3.1.4, 1.3.2.4 : zelfstandige/helper met uitkering in het kader van loopbaanonderbreking / tijdskrediet: de loopbaanonderbrekings- of tijdskredietuitkering heeft betrekking op een loontrekkende activiteit die voorheen werd uitgeoefend.
4. 1.2.3, 1.3.3 : zelfstandige/helper na pensioenleeftijd: deze categorie omvat 2 groepen personen:
- personen die de wettelijke pensioenleeftijd nog niet hebben bereikt maar toch met pensioen zijn en (binnen bepaalde grenzen wat inkomen betreft) een zelfstandige activiteit uitoefenen (zowel loontrekkende personen die vervroegd met pensioen zijn als zelfstandigen die opteren voor dit statuut).
- personen die de wettelijke pensioenleeftijd hebben bereikt en hun zelfstandige activiteit nog verder zetten.5. 2.0.5 :werkzoekend met begeleidingsuitkering: deze maatregel is vanaf 1999 van kracht.