Naam instelling

Nationaal Intermutualistisch College

Naam

DWH_CIN

Geldigheidsperiode

01/01/2003 - ∞

Coverage/scope

  • De gegevens geleverd door het Nationaal Intermutualistisch College (NIC) hebben betrekking op alle individuen, aangesloten bij de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen, Landsbond van Socialistische Mutualiteiten, Landsbond van Onafhankelijke Ziekenfondsen, Landsbond van Liberale Mutualiteiten en de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekeringen, die in primaire arbeidsongeschiktheid waren volgens het werknemersstelsel of volgens het stelsel van de zelfstandigen, met inbegrip van vaderschaps-, zwangerschaps-, adoptie- en borstvoedingsverlof en werkverwijdering wegens borstvoeding, zwangerschap en besmettelijke ziekten. Enkel de individuen die de periode van gewaarborgd loon (de eerste 30 dagen) van de periode van primaire arbeidsongeschiktheid overschrijden zijn opgenomen in de gegevens van het NIC. De aangeslotenen bij de Kas voor geneeskundige verzorging van de NMBS behoren niet tot de populatie van het bestand.
  • Gecontroleerde werklozen kunnen recht hebben op een primaire arbeidsongeschiktheidsuitkering en zwangerschapsverlof en zijn opgenomen in dit bestand.
  • Statutaire ambtenaren genieten een bijzondere regeling die de arbeidsongeschiktheid regelt in termen van verlof, welke niet is vervat in dit bestand.
  • De gegevens in dit bestand hebben alleen betrekking op ziekten en ongevallen die plaatsvinden in de privé sfeer. Beroepsziekten en arbeidsongevallen vallen onder bevoegdheid van het Fonds voor Beroepsziekten en het Fonds voor Arbeidsongevallen.

Periodiciteit

  • De NIC gegevens worden jaarlijks aan het DWH AM&SB geleverd en worden toegewezen aan de kwartalen op basis van begin- en einddatum van de arbeidsongeschiktheid.

Observatie eenheid

  • De eenheid van observatie in het bestand DWH_CIN is een periode van arbeidsongeschiktheid. Iedere wijziging in het stelsel, de soort dagen, de soort uitkering, de aard van de uitkering of de gezinssamenstelling leidt tot de creatie van een nieuwe observatielijn. Een periode van arbeidsongeschiktheid die geen wijzigingen heeft in een van deze variabelen kan toch in meerdere records worden opgesplitst vermits de records betrekking hebben op de periode van betaling en betalingen kunnen gebeuren voor korte periodes (bv. halfmaandelijks).
  • Voor de periode 2003-2007 wordt in bepaalde gevallen een observatielijn tweemaal identiek geregistreerd. Het betreft observaties zonder uitkering die bij de overgang naar een andere verzekeringsinstelling door zowel de oude als de nieuwe verzekeringsinstelling werden geregistreerd.

Structuur

  • De opgesplitste periodes van arbeidsongeschiktheid kunnen aan elkaar worden gekoppeld aan de hand van het INSZ-nummer.

Bijzonderheden/opmerkingen

  • Het Intermutualistisch Agentschap (IMA) is een vereniging zonder winstoogmerk die in oktober 2002 door de landsbonden van de verzekeringsinstellingen werd opgericht. De doelstelling van het IMA, aldus de programmawet van 24 december 2002, bestaat erin om de door de verzekeringsinstellingen verzamelde gegevens te analyseren in het kader van hun opdachten en informatie hieromtrent te verstrekken.
  • Het Nationaal Intermutualistisch College (NIC) is een mutualiteiten-associatie, samengesteld uit vertegenwoordigers van de 5 landsbonden van de ziekenfondsen, van de Hulpkas voor Ziekte en Invaliditeit en van de Kas voor Geneeskundige Verzorging van de NMBS. Samen vertegenwoordigt het NIC de totaliteit van de Belgische bevolking op het vlak van sociale verzekering. Het NIC heeft als missie: overleg organiseren tussen de mutualiteiten over alle problemen die van belang zijn voor de verplichte en aanvullende ziekteverzekering en voor de mutualistische sector in het algemeen; standpunt innemen met betrekking tot deze problemen rekening houdend met de belangen van de sociaal verzekerden; gemeenschappelijke acties of georganiseerde samenwerking bevorderen op het vlak van het beheer van de verzekeringsinstellingen.
  • De periode van arbeidsongeschiktheid wegens ziekte bij werknemers (en werklozen) bestaat uit twee tijdvakken, met name het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid en het tijdvak van invaliditeit. Het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid duurt maximum één jaar en begint te lopen op de eerste dag van de arbeidsongeschiktheid. Gedurende de eerste dertig dagen primaire arbeidsongeschiktheid ontvangt de werknemer een gewaarborgd loon (deels) ten laste van de werkgever. Arbeiders ontvangen de eerste 7 dagen 100% van het normale loon. Van de 8ste tot de 14de dag ontvangen zij hiervan 85,88%. Van de 15de tot de 30ste dag betaalt de werkgever 28,88% van het normale loon, aangevuld met een bijkomende tussenkomst van 60% afkomstig van het ziekenfonds. Sinds de invoering van het eenheidsstatuut voor arbeiders en bedienden, bestaat er geen carensdag meer voor arbeiders. Bedienden ontvangen 100% van hun normale loon tijdens de eerste 30 dagen. Afwijkingen hierop kunnen worden vastgelegd in een CAO. Nadien ontvangt de rechthebbende een uitkering, ten laste van de verzekeringsinstelling, die een percentage is van het loon en afhankelijk is van de gezinssituatie (vanaf de 7de maand van arbeidsongeschiktheid). De primaire arbeidsongeschiktheid eindigt zodra de rechthebbende zijn werk hervat. Indien hij echter binnen veertien dagen na zijn werkhervatting opnieuw arbeidsongeschikt wordt wegens dezelfde oorzaak, wordt het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid als ononderbroken beschouwd. Na een jaar van primaire arbeidsongeschiktheid en de erkenning door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit begint het tijdvak van invaliditeit. De gegevens met betrekking tot invaliditeit zijn beschikbaar in het DWH AM&SB via het bestand van het RIZIV.
  • In de regeling voor zelfstandigen kunnen eveneens twee tijdvakken van arbeidsongeschiktheid onderscheiden worden, namelijk een periode primaire arbeidsongeschiktheid en het tijdvak van invaliditeit. Zelfstandigen ontvangen tijdens de eerste maand arbeidsongeschiktheid, het niet vergoed tijdvak, geen uitkering of gewaarborgd loon (tenzij ze hier zelf een specifieke verzekering voor hebben afgesloten). Daarna begint een periode van maximum 11 maanden vergoede primaire arbeidsongeschiktheid. Tijdens deze periode ontvangt de zelfstandige een forfaitaire uitkering ten laste van de verzekeringsinstelling die afhankelijk is van de gezinssituatie. Deze periode eindigt zodra de rechthebbende zijn werk hervat. Indien hij echter binnen veertien dagen na zijn werkhervatting opnieuw arbeidsongeschikt wordt, wordt het tijdvak van primaire arbeidsongeschiktheid als ononderbroken beschouwd. Na 12 maanden primaire arbeidsongeschiktheid en de erkenning door de Geneeskundige Raad voor Invaliditeit begint het tijdvak van invaliditeit. De gegevens met betrekking tot invaliditeit zijn beschikbaar in het DWH AM&SB via het bestand van het RIZIV.

Links

Website IMA